Ook voorzitter Martin van de Wijdeven had het huidige succes niet durven hopen. “Als iemand dit vorig jaar tegen me had gezegd, had ik hem doorverwezen.naar het rijk der fabelen.”

Toen O.S.S.’20 in 2014 via de nacompetitie promoveerde naar de Hoofdklasse, was in eerste instantie het doel om dit seizoen handhaving af te dwingen. In het seizoen 2009/2010 kwamen de Ossenaren ook uit in de Hoofdklasse, maar toen volgde direct degradatie. “In het najaar van 2012 zagen we, onder andere na overleg met hoofdscout en ‘architect’ Eric Reijnders en Jurgen van de Goor, cultuurbewaker en assistent-trainer, in Maarten van Vugt een ervaren trainer die ons verder kon helpen. Toen hij werd aangesteld, wilde we als eersteklasser graag binnen twee seizoenen een stap omhoog maken. Er kwamen ook diverse nieuwe spelers uit Oss en omtrek bij, waaronder Tony de Groot. In het eerste seizoen zijn we al gepromoveerd.” Met veelal spelers van lagere clubs werd de selectie breder gemaakt en versterkt. “Het is altijd maar de vraag hoe jongens zich ontwikkelen, maar ze hebben het goed gedaan. Bij het halen van nieuwe spelers zijn twee dingen belangrijk. Ze moeten in de groep passen, want sfeer is heel belangrijk. En ze moeten beseffen dat het eerste elftal onderdeel is van de rest van de club. Zo trainen ze regelmatig jeugdspelers of zetten ze zich in bij andere activiteiten.” Met het oog op volgend seizoen komen er vijf nieuwe spelers bij: Tom Pijnenburg, Timo de Louwere en Rik van den Broek (Schijndel, Irey Sadal (OJC Rosmalen) en Ricky van Orsouw (DESO). Onder andere Ritchie Mangandu (Wilhelmina) Richard van der Venne (OJC Rosmalen) en Joey Schuurmans (Margriet) vertrekken. “Dit seizoen was fantastisch en O.S.S.’20 staat op de kaart. Vijf jaar geleden waren we in de Hoofdklasse een maatje te klein, nu kunnen we ons meten met de grotere clubs. De verwachtingen zullen volgend seizoen anders zijn dan dit jaar. Wij gaan voor een prijsje en zien wel waar we kunnen eindigen.” Heeft de club een plan als het binnenkort mogelijk promoveert naar het hoogste amateurniveau? “De wonderen zijn de wereld niet uit. De nacompetitie is een leermoment voor ons. Er is geen druk en niets moet. Ik ben ervan overtuigd dat we als club belangrijke stappen hebben gezet en gegroeid zijn. Komend seizoen zullen we deze lijn doorzetten en verder groeien. Ik denk dat we op de goede weg zijn maar of dit voldoende is voor het niveau van de Topklasse kan ik op dit moment niet beoordelen."

Jeugdopleiding
Martin van de Wijdeven is sinds 2011 voorzitter. Hij combineert die functie met die van hoofd technische commissie. Over het geheel is hij zeer positief over de toekomst van de club. “Veel jeugdteams spelen op een hoog niveau en dat willen we ook met de A1. De laatste jaren hebben we een iets mindere lichting gehad, maar dit jaar zijn ze kampioen geworden en we willen de stap zetten richting een divisie. Uiteindelijk willen we met O.S.S.’20 een stabiele Hoofdklasser worden met veel spelers uit de eigen gelederen in de selectie.” Wat wel een probleem is, is de beperkte capaciteit. O.S.S.’20 heeft vier velden en naar eigen zeggen veel moeite om vooral op zaterdag de jeugdteams onder te brengen. “We hebben 55 jeugd- en elf seniorenteams. We zijn met de gemeente Oss in overleg over het capaciteitsprobleem. Een optie is dat één of twee grasvelden op de Rusheuvel worden vervangen door kunstgras. Afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de Osse voetbalsport zal dit op korte of middellange termijn gaan plaatsvinden. Met de komst van een extra kunstgrasveld(en) verwachten wij dat onze capaciteitsproblemen tot het verleden behoren.”